VERLENGD t/m 28 juli 2006 KLAAS KLOOSTERBOER
PERSBERICHT Klaas Kloosterboer ziet zijn werk in de allereerste plaats als een bezetting. Om als individueel kunstenaar iets te beweren, moet je ruimte in beslag nemen in een context met bezettingen van weer anderen. Hij zegt daarover: "Het 'ik' wordt bezet door het gezamenlijke, het begrip 'ik' is een collectieve uitvinding, het woord 'ik' dekt een afgrond af. Taal zelf is een bezetting, kunst is een bezetting. Er is geen ontkomen aan, men wordt bezeten." Het geeft uitdrukking aan een gevoel van noodzakelijke agressie die eigenlijk niet thuis hoort in de kunst en die vooral een vrijplaats zou moeten zijn. De kunstenaar weet, dat er voortdurend ruimte gemaakt moet worden om weer te kunnen bezetten. Het is een paradox van 'vrij' willen zijn en tegelijkertijd noodzakelijkerwijs gebonden zijn aan wat er al is. Die tegenstelling is in zijn tentoonstelling terug te vinden in vormen van bezetten en leeg maken, van een plaats bepalen en een bezette plek vernietigen. PRESS RELEASE Klaas Kloosterboer considers his work in the first place as an occupation. To make a statement as an individual artist one has to occupy space in a context of occupations of others, once more. Related to this he says: "The 'I' is occupied by the collective, the notion 'I' is a collective invention, the word 'I' covers up a cleavage. Language itself is an occupation, art is an occupation. There is no get away, one is occupied." It expresses a feeling of necessary aggression which actually does not belong in the arts and which above all ought to be a haven of freedom. The artist knows that continuously space has to be created in order to be able to occupy. It is a paradox of desiring to be 'free' and yet at the same time inevitably having a bondage to what there is already. This glaring contrast is found in his current exhibition in forms of occupation and clearance, of locating and destroying a place. |
other current exhibition in AP |
|